Executieve functies

Bepaald gedrag helpt een kind om te leren. Een goede werkhouding of je werk plannen en organiseren bijvoorbeeld. Je krijgt een opdracht en moet aan het werk, maar hoe? 

De executieve functies zijn een verzameling van cognitieve processen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van ons denken en handelen. Het zijn vaardigheden die ons helpen om te beslissen op welke taken we onze aandacht richten en hoe we die uitvoeren. 

Voorbeelden van executieve functies:

  • Planning: het vermogen om vooraf een plan te bedenken over hoe je iets doet.
  • Timemanagement: het vermogen om in te schatten hoeveel tijd iets kost en om je aan deadlines te houden.
  • Flexibiliteit: het vermogen om plannen te veranderen als de omstandigheden veranderen.
  • Metacognitie: het vermogen om een stapje terug te doen en op je eigen handelen te reflecteren.
  • Zelfregulatie: het vermogen om over je eigen emoties en gedrag na te denken en hier controle over te houden.
  • Responsinhibitie: het vermogen om na te denken voordat je iets doet.

Wij beginnen al bij de kleuters om deze vaardigheden aan te leren: wat doe je bijvoorbeeld als je iets moeilijk vindt? Al vanaf de onderbouw leren leerlingen om zelf na te denken over hun eigen vaardigheden. Dat doen ze bijvoorbeeld in het IK-rapport.